In principe bestaat de bescherming van een werk via het auteursrecht vanaf het moment dat het werk bestaat tot zeventig jaar na het overlijden van de (langstlevende) auteur. 

Een eerste fase van de beschermingstermijn loopt vanaf het moment van creatie gedurende het hele leven van de auteur, de maker van het werk. 

Een tweede fase in de beschermingsduur neemt een aanvang met het overlijden van de auteur. Het auteursrecht loopt tot 70 jaar na de dood van de auteur. 
 
Na het overlijden van de auteur blijft het auteursrecht, m.a.w. zowel de vermogensrechten als de morele rechten, gedurende 70 jaar bestaan ten voordele van de persoon die de auteur zelf heeft aangeduid, ofwel (indien dit niet gebeurde) ten voordele van zijn erfgenamen of de rechthebbenden. 

Anonieme en pseudonieme werken

Voor anonieme en pseudonieme werken gaat de termijn van 70  jaar in op het tijdstip dat het werk voor het publiek toegankelijk wordt gemaakt. 

Onuitgegeven werk

Wanneer je nu een werk vindt van een auteur die reeds meer dan 70 jaar overleden is en dit werk werd nooit eerder uitgegeven, dan zal de exploitatie van dit postuum auteurswerk toch mogelijk zijn.  De auteurswet kent in dit geval een verkorte beschermingstermijn van 25 jaar toe, termijn die  begint te lopen vanaf het ogenblik waarop het werk voor het eerst op geoorloofde wijze aan het publiek wordt medegedeeld. 

Hoe berekenen we de termijn?

Principe 

Als principe geldt dat de 70-jarige beschermingstermijn dient te worden berekend vanaf 1 januari volgend op het jaar van overlijden van de auteur. 
 
Voorbeeld: de auteur overlijdt in mei 1999. De beschermingsduur wordt berekend vanaf 1 januari tot 70 jaar erna, met name tot 1 januari 2070. 

Auteurswerk van meerdere auteurs 

Wanneer één auteurswerk door meerdere auteurs werd gemaakt, dan verstrijkt de periode van 70 jaar pas na het overlijden van de langstlevende van de auteurs. Deze beschermingsduur geldt voor alle rechtverkrijgenden van elk der auteurs.  
 
Voorbeeld: beeldhouwwerk met 2 co-auteurs. In de hypothese dat één auteur in 2000 zou overlijden, terwijl de anderer auteur  pas in het jaar 2015 zou komen te overlijden, dan zullen de erfgenamen van de eerste auteur mee genieten van de auteursrechtelijke bescherming tot en met 31 december 2085. 

Audiovisuele werken 

Voor audiovisuele werken bepaalt de wet dat de zeventigjarige periode pas verstrijkt na het overlijden van de langstlevende van de volgende personen: de hoofdregisseur, de scenarioschrijver, de tekstschrijver en de auteur van muziekwerken met of zonder woorden die speciaal voor het werk zijn gemaakt. 

Muziekwerken met tekst 

De beschermingstermijn van een muziekwerk met tekst bedraagt zeventig jaar na de dood van de langstlevende van de volgende personen, ongeacht of zij al dan niet als coauteur zijn aangewezen: de tekstschrijver en de componist van het muziekwerk, mits hun beider bijdragen specifiek zijn gecreëerd voor het respectieve muziekwerk met tekst. 

Werken in verschillende banden, delen, nummers of afleveringen 

Voor werken die gepubliceerd zijn in verschillende banden, delen, nummers of afleveringen, loopt de beschermingstermijn voor elk deel afzonderlijk. 

Het verstrijken van de beschermingstermijn

Eens de beschermingstermijn is verstreken, valt het auteurswerk in het 'openbaar domein' (of publiek domein). Dit heeft tot gevolg dat de exploitatierechten van het auteurswerk niet meer exclusief zijn en dat éénieder het werk voor eigen rekening mag exploiteren. 

 

Herbekijk ons webinar over auteursrechten: hoe zit het met je auteursrechten en de bescherming van je werk? En kan je er geld mee verdienen?

1