Welke rechten heb je als je door een ziekte of een beperking verhinderd bent om te werken?

Langdurig zieken kunnen in België genieten van een tegemoetkoming: een arbeidsongeschikheidsuitkering (AOU) of een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT). Op deze pagina leggen we die regimes voor werknemers en zelfstandigen uit.

Belangrijk: als je arbeidsongeschikt bent door een arbeidsongeval, dan zijn er nog andere regels van toepassing. In dat geval moet je in eerste instantie contact opnemen met (jouw of je werkgevers) arbeidsongevallenverzekering. Elke werkgever is verplicht om zo’n verzekering te sluiten voor het personeel. Meer informatie vind je hier.

Verschil AOU en IVT

Wat is het verschil tussen een arbeidsongeschiktheidsuitkering en een inkomensvervangende tegemoetkoming?

 

Arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU)

Inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT)

Wat?

De AOU wordt toegekend aan personen die niet meer in staat zijn om te werken omwille van een ziekte, een ongeval of een ziekenhuisopname. Je moet dus al gewerkt hebben (of een wachttijd van 12 maanden doorlopen hebben) om hiervoor in aanmerking te komen.

Voor een AOU moet je alle werk stopgezet hebben om gezondheidsredenen en meer dan 66% ongeschikt zijn om je werk uit te oefenen.

De tegemoetkoming dient ter (gedeeltelijke) vervanging van het loon dat je normaal gezien verdient.

De IVT wordt toegekend aan personen met een beperking die door een lichamelijke of psychische toestand maar een derde of minder kunnen verdienen van het inkomen van een persoon zonder beperking, of die niet kunnen werken door hun beperking.

De tegemoetkoming is een compensatie voor het structurele nadeel dat je ondervindt omwille van je beperking en dient ervoor te zorgen dat je voldoende bestaansmiddelen hebt.

Hoe vraag je het aan?

Een arts moet de ongeschiktheid vaststellen in een attest van arbeidsongeschiktheid. Dat attest kan je bij je ziekenfonds aanvragen.

Je moet het ingevulde attest daarna aan de adviserend arts van je ziekenfonds bezorgen.

Daarnaast moet je een aantal formaliteiten vervullen. Die vind je hier terug voor werknemers en hier voor zelfstandigen.

Om in aanmerking te komen, moet de beperking erkend zijn door de artsen van de DG Personen met een handicap. Hiervoor moet je een aanvraag indienen.

Daarnaast moet je aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals minstens 18 jaar (maximaal 65 jaar) zijn, in het Belgische bevolkingsregister ingeschreven zijn en hier werkelijk verblijven.

In bepaalde gevallen kom je toch in aanmerking als je jonger bent dan 18 jaar: meer informatie vind je hier.

Hoelang?

De duur wordt bepaald door je arts en gecontroleerd door de adviserende arts van je ziekenfonds. Die laatste kan je oproepen voor een medisch onderzoek en de duur bevestigen of aanpassen. Na het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid kan het elk jaar beëindigd of verlengd worden. Je werkgever kan ook een re-integratietraject opstarten om na te gaan of je bv. aangepast werk kan uitvoeren.

Dit kan voor een bepaalde of onbepaalde duur, afhankelijk van de beslissing van de arts. Als de arts denkt dat je situatie op termijn nog zal verbeteren, dan zal de tegemoetkoming voor bepaalde duur worden toegekend en regelmatig opnieuw geëvalueerd worden (dit komt vaker voor bij jongere mensen).

Extra tegemoet-koming?

Je uitkering zal nooit je volledige loon bedragen. Aanvullend kan je (of je werkgever) een verzekering gewaarborgd inkomen sluiten om dit op te vangen. Neem zeker contact op met een verzekeraar als je hier meer informatie over wil, of informeer bij je werkgever.

Naast de IVT heb je ook recht op een integratietegemoetkoming (IT). De IT dient als compensatie voor de bijkomende kosten die je als persoon met een beperking hebt (bv. hulp bij dagelijkse activiteiten zoals koken, wassen, poetsen...). Daarover vind je hier meer informatie.

Meer informatie?

Meer informatie over de te volgen procedure voor werknemers en zelfstandigen vind je op de website van het RIZIV.

Op die website vind je ook een FAQ terug.

Meer informatie vind je hier en hier. Je kan ook altijd terecht bij je gemeente, OCMW of ziekenfonds. Hier vind je een overzicht van contactpunten.

Hoeveel bedraagt de tegemoetkoming?

Arbeidsongeschiktheid

IVT & IT

Het bedrag hangt af van je sociaal statuut:

  • Voor werknemers/werklozen wordt de tegemoetkoming berekend op basis van je gezinssituatie en het inkomen dat je verdiende. Concrete details vind je hier.
  • Zelfstandigen krijgen een forfaitaire bijdrage die varieert in functie van de gezinssituatie. Meer informatie vind je hier. Als zelfstandige heb je mogelijk ook recht op een inhaalpremie.

De IVT en IT wordt berekend aan de hand van verschillende parameters:

  • Je gezinssituatie.
  • Je inkomen: je hebt enkel recht op een tegemoetkoming als je onvoldoende bestaansmiddelen hebt. Het totale belastbare inkomen van je huishouden is hiervoor relevant. Dat bedrag vind je terug op het aanslagbiljet van je belastingen. In principe kijkt de DG naar je inkomen van 2 jaar geleden, tenzij dat inkomen sindsdien met minstens 20% gewijzigd is.
  • De impact van je handicap op je verdienvermogen: de arts evalueert dit concreet, in functie van je opleiding, carrière, huidige bron van inkomsten en de redenen waarom je eventueel bent gestopt met werken.

Op de website van DG Personen met een handicap vind je een simulatietool. De DG raadt aan om contact op te nemen met een van de sociaal assistenten als je hierbij concrete vragen hebt.


 

Combinatie met een artistieke activiteit

Kan je je uitkering behouden en toch een artistieke activiteit verrichten? De regels verschillen afhankelijk van de uitkering of tegemoetkoming die je geniet.

Arbeidsongeschiktheid: stopzetting van je beroepsactiviteiten
In principe moet je, als je een uitkering krijgt, je (artistieke) beroepsactiviteiten stopzetten. Dit moet je breed interpreteren: elke activiteit met een productief karakter is in principe verboden, zelfs als die als vriendendienst wordt verricht en je daarvoor niet wordt betaald. Onder bepaalde voorwaarden kan je wel nog (artistieke) activiteiten verrichten. We leggen de voorwaarden hieronder uit.

Image
Arbeidsongeschiktheid en artistieke activiteit

Je kan er uiteraard steeds voor kiezen om je beroepsactiviteit opnieuw vrijwillig, zonder toestemming op te starten, maar dan verlies je je uitkering. Dan moet je je ziekenfonds hiervan schriftelijk inlichten. Daarnaast bestaan er ook systemen om mensen te begeleiden bij rehabilitatie of heroriëntering. Zie bv. de socioprofessionele re-integratie of het “Terug-naar-werktraject”.

Vrijwilligerswerk

Vrijwilligerswerk wordt niet als arbeid beschouwd. Wel moet de adviserende arts vaststellen dat het vrijwilligerswerk verenigbaar is met je algemene gezondheidstoestand. Het wordt daarom sterk aangeraden om je ziekenfonds vooraf in te lichten en aan de adviserend arts te vragen zich zo snel mogelijk over de verenigbaarheid uit te spreken. Je loopt immers het risico dat je je tegemoetkoming verliest als de arts vaststelt dat dit geen vrijwilligerswerk is of het werk niet verenigbaar is met je gezondheidstoestand.

Als het vrijwilligerswerk verenigbaar is, dan mag je kostenvergoedingen ontvangen. Zolang die vergoedingen overeenstemmen met de werkelijk gemaakte kosten (o.b.v. schriftelijk bewijs) of het wettelijk forfait respecteren (lees daarover meer hier), hebben zij geen impact op je tegemoetkoming.

Meer informatie vind je hier.

Amateurkunstenvergoeding (AKV)

De vraag of je gebruik mag maken van de AKV, hangt af van de vraag of je prestatie als vrijwilligerswerk kwalificeert (lees daarover meer hier). Enkel organisaties die geen winstoogmerk hebben (niet het doel hebben om winst uit te keren), mogen een beroep doen op vrijwilligers.

  • Als je prestatie als vrijwilligerswerk kwalificeert, dan zijn de regels hierboven van toepassing.
     
  • Als je prestatie niet kwalificeert als vrijwilligerswerk, dan moet je vooraf toelating vragen aan de adviserend arts van je ziekenfonds. Die moet je aanvragen ten laatste op de werkdag die aan de dag van de prestatie voorafgaat (je moet de toestemming dus niet krijgen voor je begint te werken, maar wel de aanvraag hebben ingediend). Als je dus een opdracht verricht voor een BV, NV of een commerciële CV, dan moet je die toelating vragen om zeker te zijn dat je je uitkering niet verliest.

Als de adviserend arts het werk goedkeurt, dan heeft de AKV geen invloed op je uitkering.

Aangepaste werkhervatting

Als je je (artistieke) activiteit wenst te hervatten of aan te vangen en je uitkering wenst te behouden, dan heb je hiervoor toestemming van de adviserend arts nodig. De toestemming moet je ten laatste de werkdag voor de dag van je werkhervatting aanvragen. Je moet de toestemming dus niet krijgen voor je begint te werken, maar wel de aanvraag hebben ingediend.

Aangepaste werkhervatting is mogelijk voor zover die met je gezondheidstoestand te verenigen is. De voorwaarden en impact op je tegemoetkoming verschillen afhankelijk van je sociaal statuut.

 

Werknemers/werkzoekenden

Zelfstandigen

Werkhervatting toegelaten?

Ja, op voorwaarde dat het werk aangepast is aan jouw ziekte / ongeschiktheid en de vermindering van je geschiktheid op medisch vlak nog minstens 50% bedraagt.

Hierover spreekt de adviserend arts zich uit.

Ook hierover spreekt de adviserend arts zich uit. De centrale vraag is of je na de periode van ongeschiktheid weer volledig aan de slag kan:

  • Is dat het geval, dan mag je tijdens de periode van ongeschiktheid werk doen dat je daarop voorbereidt. Je mag dit werk gedurende maximaal 6 maanden verrichten, maar dit kan verlengd worden tot 18 maanden.
     
  • Als je niet opnieuw volledig aan de slag kan, dan mag je dat werk gedeeltelijk verrichten. In principe mag je dit voor een onbeperkte doen, maar de adviserend arts kan de periode beperken.

De hervatting mag ook een andere zelfstandige activiteit of een activiteit als werknemer zijn.

In elk geval mag je als zelfstandige minieme taken blijven verrichten die geen ‘reële arbeid’ uitmaken en noodzakelijk zijn voor het verderzetten van je praktijk. Dit moet je concreet evalueren en bespreek je best met je adviserend arts.

Impact op je uitkering?

Er is geen vermindering van je tegemoetkoming als je aangepaste werk de grens van 20% niet overschrijdt. Dat moet je berekenen op basis van een voltijdse tewerkstelling (in principe 38 uren per week).

Overschrijd je die grens van 20%, dan wordt de uitkering proportioneel verminderd.

Meer informatie en voorbeelden vind je hier.

Tijdens de eerste 6 maanden verlaagt je uitkering niet.

Vanaf maand 7 tot het einde van het derde jaar wordt je uitkering verminderd met 10%.

Vanaf het 4e jaar wordt je uitkering opnieuw geëvalueerd (en mogelijk verminderd), in functie van het beroepsinkomen dat je 3 jaar eerder had.

Meer informatie en voorbeelden vind je hier.

 

Opgelet: volgens het RIZIV valt ook een activiteit die niet wordt uitgeoefend als werknemer, als zelfstandige of als ambtenaar onder ‘beroepsbezigheid’ (zoals een boek schrijven en publiceren tegen een vergoeding van auteursrechten of een artistiek project realiseren met subsidies). Je vraagt dus het best ook vooraf toestemming om een dergelijke activiteit te starten. Het RIZIV houdt ook rekening met die inkomsten uit occasionele activiteiten voor de bepaling van je inkomsten.

IVT & IT: tegemoetkoming aangepast aan je inkomsten

Image
IVT/IT & artistieke activiteit

Vrijwilligerswerk

Voor IVT en IT wordt gekeken naar je belastbaar inkomen. Onkostenvergoedingen die je ontvangt voor vrijwilligerswerk behoren niet tot je belastbaar inkomen en tellen dus niet mee voor de berekening van die tegemoetkomingen.

AKV

Ook de AKV is een kostenvergoeding die niet bij je belastbare inkomsten wordt gerekend. AKV heeft dus geen impact op je IVT of IT.

Betaalde arbeid

Als je artistieke activiteit een inkomen oplevert, dan wordt hiermee wel rekening gehouden bij de berekening van je IVT en/of je integratietegemoetkoming. Inkomen wordt hier breed geïnterpreteerd: ook de inkomsten bekomen uit je auteursrechten komen in aanmerking en kunnen tot een vermindering van je tegemoetkoming leiden.

Hierbij geldt het volgende onderscheid:

  • Je verricht een beroepsactiviteit van ten hoogste drie maanden op een kalenderjaar (bv. een pianist speelt 48 zaterdagen op een jaar in een horecazaak): er is geen invloed op de bedragen van de tegemoetkomingen.
  • Als je in totaal meer dan drie maanden gewerkt hebt (bv. een voltijdse tewerkstelling van 4 maanden in het kader van een voorstelling), dan kan je tegemoetkoming wijzigen:
    • Als je inkomsten minder dan 20% gestegen zijn in vergelijking met het vorige jaar: geen vermindering.
    • Als je inkomsten meer dan 20% zijn gestegen (en toepasselijke grensbedragen worden overschreden), dan worden je tegemoetkomingen verminderd.

Opgelet: het is belangrijk dat je deze stijging binnen de 3 maanden aan de DG Personen met een handicap meedeelt. Als je dat doet, dan kan je tegemoetkoming wijzigen maar kunnen ze geen bedragen terugvorderen. Als je dat niet doet, dan kunnen ze bedragen terugvorderen.

Als je inkomen daalt met meer dan 20%, dan kan je ook een nieuwe aanvraag indienen.

Meer informatie vind je hier.

Info

Voor meer info kan je altijd terecht op de websites van het RIZIV en de DG Personen met een Handicap. Je kan je ook altijd je ziekenfonds (die de tegemoetkomingen uitbetaalt) contacteren.

1